Home Professionals Zorgprofessionals

Zorgprofessionals

Mijn cliënt heeft autisme

Voor de effectiviteit van een behandeling is het vrijwel altijd belangrijk om te weten of een cliënt  wel of geen autisme heeft – ook als (een vermoeden van) autisme op het eerste gezicht misschien niet relevant lijkt.  

Autisme kan namelijk invloed hebben op alle aspecten van iemand leven. Bijvoorbeeld op de manier waarop iemand communiceert of de wereld ervaart. Ook zintuiglijke prikkels – bijvoorbeeld veroorzaakt door aanraking –  en lichamelijke klachten kunnen door mensen met autisme heel anders worden beleefd dan door andere cliënten; veel heftiger of juist veel minder sterk. Veel mensen met autisme geven bovendien aan dat zij anders (vaak heftiger) reageren op medicatie.

Op de volgende pagina’s vind je veel praktische tips om het consult zo effectief en aangenaam mogelijk te maken, bijvoorbeeld door te zorgen voor vertrouwen, voorspelbaarheid en een ‘autismevriendelijke’ communicatie. 

  • Waar moet ik op letten in de communicatie?Lees meer
    • Veel mensen met autisme vinden een open, rustige, respectvolle en niet-veroordelende houding van een zorgverlener erg belangrijk. 
    • Bied veiligheid en vertrouwen.
    • Mensen met autisme kunnen het moeilijk vinden om een hulpvraag te formuleren. Probeer hen hierbij indien nodig te helpen.
    • Realiseer je dat sommige mensen met autisme niet goed in staat zijn om hun eigen gevoelens te beschrijven. 
    • Controleer altijd hoe iemand met autisme je boodschap heeft begrepen, óók als hij of zij bovengemiddeld intelligent is. Een misverstand is heel snel ontstaan.
    • De kans bestaat dat de cliënt met autisme je tijdens het consult niet of nauwelijks aankijkt. Dit betekent niet dat hij of zij onbeleefd is.
    • Bedenk dat veel mensen met autisme moeite hebben om informatie te generaliseren. Het kan zijn dat zij een tip in een specifieke situatie wel toepassen, maar in een ogenschijnlijk vergelijkbare situatie niet.
    • Bedenk dat bellen voor mensen met autisme erg stressvol en onaangenaam kan zijn. Geef ze ook de mogelijkheid om informatie te mailen, te sms-en  of te chatten. 
    • Cliënten met autisme kunnen in de ogen van zorgverleners soms verbaal agressief of grenzeloos overkomen. Oordeel niet te snel, dit kan te maken hebben met (sociale) onmacht en of angst. Bedenk dat veel cliënten met autisme in hun leven vaak verkeerd zijn begrepen en slachtoffer zijn (geweest) van pesten en uitsluiting. 
    • Het kan zijn dat er tijdens een consult meer informatie wordt verstrekt dan de cliënt met autisme kan verwerken. Sta de cliënt toe om geluidsopnamen te maken zodat hij of zij de informatie op een later moment nog eens kan terugluisteren. Ook het gezamenlijk maken van een samenvatting kan helpend zijn.
    • Zorg voor begrijpelijke en zo volledig mogelijke informatie over een eventuele voorgestelde behandeling of onderzoek. Geef duidelijk aan welk doel ermee is gediend, wat de eventuele risico’s zijn, of er alternatieven bestaan en wat de kosten voor de cliënt zijn.
    • Zorg nadrukkelijk voor gezamenlijke besluitvorming, leg de cliënt niets eenzijdig op. Mensen met autisme hechten veel waarde aan eigen regie.
  • Hoe zorg ik voor voorspelbaarheid?Lees meer
    • Probeer het afzeggen of wijzigen van een gemaakte afspraak zoveel mogelijk te voorkomen. Mensen met autisme kunnen hier behoorlijk overstuur van raken.
    • Zorg voor zoveel mogelijk continuïteit, bijvoorbeeld door steeds zoveel mogelijk zelf aanwezig te zijn voor de cliënt met autisme en door eventuele vervolgafspraken zoveel mogelijk op dezelfde dag/hetzelfde tijdstip in te plannen. Geef altijd een overzicht mee van de gemaakte afspraken.
    • Zorg voor begrijpelijke en zo volledig mogelijke informatie over een eventuele voorgestelde behandeling of onderzoek. Geef duidelijk aan welk doel ermee is gediend, wat de eventuele risico’s zijn, of er alternatieven bestaan en wat de kosten voor de cliënt zijn.
    • Is een vervolgafspraak op een andere lokatie en/of bij een andere zorgverlener? Bespreek dit tijdig met de cliënt en informeer of er hierdoor wellicht praktische problemen ontstaan, bijvoorbeeld op het gebied van vervoer.
  • Tips om overprikkeling te voorkomenLees meer

     

    • Raak de cliënt niet onnodig aan. Is het echt nodig om iemand aan te raken tijdens een consult, doe dat dan niet onverwacht maar kondig het aan. 
    • Bedenk dat iemand met autisme heel erg afgeleid kan zijn/overprikkeld kan raken door zaken als een felle lamp/fel zonlicht, een radio, een bepaalde geur of een ruimte die te koud of te warm is. 
    • Een lang verblijf in de wachtkamer kan voor cliënten met autisme erg stressvol zijn, zeker als er veel andere mensen wachten. Geef de cliënt met autisme indien mogelijk voorrang of bied de mogelijkheid om op een rustiger plek te wachten.
    • Indien er medicatie wordt verstrekt is het belangrijk om te monitoren hoe die door de cliënt wordt verdragen. Mensen met autisme geven regelmatig aan dat zij (extra) veel bijwerkingen ervaren. Ook  kunnen zij problemen ondervinden met de structuur, kleur of smaak van medicatie. Wees zeer terughoudend met het voorschrijven van een ander merk of een generiek medicijn als iemand met autisme eenmaal is gewend aan een bepaald medicijn. Een verschil dat voor iemand anders nauwelijks merkbaar is, kan bij mensen met autisme tot grote problemen leiden.
  • ComorbiditeitLees meer

    Veel mensen met autisme hebben bijkomende psychische en of lichamelijke gezondheidsproblemen. Naar schatting 70 % van hen krijgt in zijn leven bijvoorbeeld te maken met een angststoornis en/of een depressie. Andere veel voorkomende bijkomende diagnoses zijn: ad(h)d, burn-out/chronische vermoeidheid, ptss en persoonlijkheidsstoornis. 

    Deze zaken kunnen het beeld van de klachten én de effectiviteit van een behandeling sterk beïnvloeden.

  • Wat als iemand met autisme zorg mijdt?Lees meer

    Soms heeft iemand met (een vermoeden van) autisme dringend hulp nodig maar weigert hij of zij om naar een hulpverlener te gaan. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn. Mogelijk heeft de cliënt in het verleden veel negatieve ervaringen opgedaan met de hulpverlening en is hij of zij het vertrouwen in de zorg verloren.

    Daarnaast kunnen onder meer angst voor stigmatisering (als een vermoeden van autisme uitmondt in een diagnose), gebrek aan zelfinzicht en financiële problemen een rol spelen. 

    Probeer de persoon zoveel mogelijk te motiveren om tóch hulp te aanvaarden, bijvoorbeeld door duidelijk te maken dat dit zijn of haar leven een stuk makkelijker en aangenamer kan maken. Deze boodschap kan vaak het beste worden overgebracht door een ervaringsdeskundige. Overweeg ook om naasten erbij te betrekken; doe dit indien mogelijk wel zoveel mogelijk in overleg met de persoon met autisme zelf.

    Blijft de persoon met autisme hulp weigeren ondanks dat er sprake is van een zorgwekkende en/of gevaarlijke situatie, neem dan contact op met een lokaal wijk- of (F)ACT-team. Controleer altijd of er in het team voldoende autisme-kennis aanwezig is. 

Sluiten
Word nu lid!