Start uw zoon of dochter na de zomer in het middelbaar beroepsonderwijs? Een hele stap: vanuit een vaak veilig en vertrouwd voortgezet (soms speciaal) onderwijs komt hij of zij dan in een nieuwe omgeving met onbekende docenten, wisselende lokalen en gebouwen, wisselende klassamenstelling, enz. Met andere woorden: er komt veel (nieuwe) informatie op uw zoon of dochter af. Overprikkeling ligt in zo’n periode dan ook op de loer, wat deze periode in het leven voor jongeren met autisme erg spannend maakt. Zoals wel vaker: een goede voorbereiding is het halve werk.
Vanuit de ervaring van Capito Wonen (begeleid wonen voor Mbo studenten met autisme) kennen wij veel signalen en willen wij graag enkele tips meegeven:
1. Bereid de eerste weken goed voor. Bespreek wat er op uw zoon of dochter af kan komen en hoe jullie hier samen mee omgaan. Blijf met elkaar in gesprek!
2. Oefen de route naar school een aantal keer. Wat kom je onderweg tegen aan herkenningspunten? Waar zou je vertraging op kunnen lopen en hoe kun je daarmee omgaan?
3. Vraag bij de nieuwe onderwijsinstelling of er een rondleiding gegeven kan worden voordat het eerste blok begint. Zo kan uw zoon of dochter in alle rust de nieuwe omgeving bekijken , vragen stellen, routes opschrijven, enz.
4. Onderwijsinstellingen zijn verplicht een aantal voorzieningen of maatregelen te treffen zoals bijvoorbeeld extra examentijd, het afleggen van aangepaste examens maar ook aanpassingen van inleverdata.
5. Elke student heeft recht op studiebegeleiding van een studentendecaan of mentor. Het is belangrijk om zo spoedig mogelijk in beeld te hebben met welke vraag je bij wie terecht kan.
6. Voor studenten met een functiebeperking gelden, naast de algemene studiefinanciering, bepaalde financiële voorzieningen. Als je studievertraging oploopt door je functiebeperking of chronische ziekte kun je eenmalig via je studentendecaan of mentor bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een extra jaar studiefinanciering aanvragen.
7. Persoonlijke omstandigheden geven recht op weging van studieresultaten, bijvoorbeeld verlenging van je propedeusetijd.
8. Laat uw zoon/dochter een ‘maatje’ vinden. Iemand die mee kan opschrijven welk huiswerk belangrijk is, iemand die aantekeningen kan delen, iemand die uw kind kan helpen als deze overprikkeld raakt.
9. Bespreek op welke wijze de lijnen tussen u als ouder(s), de student en school zo kort mogelijk blijven. Uw rol en verantwoordelijkheid als ouder is in principe kleiner maar nog steeds erg belangrijk! Verzuim is soms pas laat bekend, de achterstand kan dan al groot zijn.
10. Wees open over de diagnose. Alleen dan kun je terugvallen op extra ondersteuning of regelingen.
(bron: Capito Wonen, meer informatie: www.capitowonen.nl)