Het is een hardnekkig vooroordeel dat kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis weinig tot geen empathische gevoelens hebben. Nieuw onderzoek laat nu het tegendeel zien.
Empathie is belangrijk voor het functioneren in een sociale context, voor samenwerking en kunnen behoren tot een groep. Van kinderen met ASS werd lang gedacht dat zij niet staat zijn zich in anderen in te leven en met hen mee te voelen. Uit onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Carolien Rieffe, in samenwerking met het Centrum voor Autisme, blijkt nu dat kinderen en jongeren met ASS wel degelijk worden geraakt door de gevoelens en het verdriet van anderen, maar simpelweg niet weten hoe ze hiermee om moeten gaan. Door de emoties die hiermee gepaard gaan raken ze namelijk snel overprikkeld, wat kan resulteren in onaangepast, of soms agressief gedrag.
De onderzoeksgroep stelt dat het belangrijk is dat kinderen en jongeren met ASS eerst leren hoe ze hun eigen emoties moeten regulieren, voordat ze geconfronteerd worden met de emoties van anderen. Gebeurt dit niet, dan is het resultaat meestal dat ze de emoties van anderen proberen te negeren. Een ander aspect dat van groot belang is voor het sociaal functioneren van kinderen met ASS, is het inzicht in de intenties van anderen. Het lijkt namelijk vaak alsof deze kinderen niet geinteresseerd zijn in wat iemand anders vertelt of waar hij/zij mee bezig is. Dit blijkt echter een misvatting. Kinderen met ASS zijn wel degelijk in staat hun aandacht te richten op wat er zich in het hoofd van een ander afspeelt, maar dan moeten zij wel heel duidelijk het doel daarvan kunnen zien. Is iemand bezig met concrete voorwerpen, dan kan een kind met ASS prima interesse tonen en zich inleven.
Lees hier meer over het onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Carolien Rieffe.