Ilona Schouwenaars is gisteren bij de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op een onderzoek naar een mogelijk verband tussen slecht slapen en schoolprestaties. Conclusie: de slaaptevredenheid van deelnemende leerlingen verbeterde wél, maar de objectieve slaap niet. ‘Zorgen wegnemen is ook belangrijk’, reageert onderzoeker Ilona Schouwenaars.
Leerlingen die slecht slapen, kunnen zich slechter concentreren, slaan informatie minder goed op en krijgen hun taken niet af. Ook raken ze eerder overprikkeld en komen ze vaker te laat. Het Lectoraat Volwaardig Leven met Autisme van Hogeschool Arnhem-Nijmegen voerde daarom op verzoek van vso-scholen het onderzoek ‘Beter leren door beter slapen’ uit. Na vijf jaar is het onderzoek, waarbij ook de NVA was betrokken, afgerond.
Vier vso-scholen deden mee aan het project Beter leren door beter slapen. Deelnemende leerlingen met autisme volgden een programma van tien weken. Voorafgaand, na afloop en twee maanden later vulden ze vragenlijsten in met vragen hoe zij hun slaap ervaren. Daarnaast vulden zij via een webapp een slaapdagboek en vragen in over hun dagelijks functioneren. Hoe is het met hun concentratie, humeur en hoeveel stress ervaren zij? Ook leerkrachten en ouders vulden de vragen over het dagelijks functioneren in. Daarnaast droegen de leerlingen een horloge waarmee hun slaap objectief werd gemeten.
Adviezen
Daarna volgde een gesprek tussen leerling en leerkracht, die daarvoor een e-learning had gevolgd. Afhankelijk van de gegevens uit de app ging het over het aanpassen van de bedtijden, slaapritueel, slaaphygiëne, een regelmatig slaap-waakritme, stress en ontspanning. ‘Als een leerling bijvoorbeeld lang uitslaapt, onderhandelde de leerkracht tot de leerling zélf inzag dat het verstandig is om op regelmatige tijden op te staan, ook in het weekend. Op die manier is de kans groter dat de leerling dit advies ook opvolgt’, legt onderzoeker Ilona Schouwenaars uit.
Vervolgens gingen de leerlingen drie weken aan de slag met deze adviezen, gevolgd door een nieuwe meting. Tenslotte volgde weer een gesprek.
Resultaat
Het resultaat is opvallend: bij de helft van de deelnemende leerlingen verbeterde wél de slaapervaring, maar objectief en in het slaapdagboek was er geen verbetering te zien in slaaptijd en inslaapduur. Toch noemt Ilona Schouwenaars dit een veelbelovend resultaat.
‘Verbetering in de subjectieve beleving van slaap is niet minder belangrijk dan objectieve verbetering. Zorgen wegnemen is ook belangrijk. Het idee dat ze iets doen aan hun slaapproblemen, stelt de leerlingen al gerust. Veel leerlingen wisten bijvoorbeeld niet dat het normaal is dat je niet meteen in je slaap valt; dat kan wel 20 tot 30 minuten duren. Bovendien hadden de meeste deelnemende leerlingen milde slaapproblemen, dus de ruimte voor verbetering is ook kleiner’, vertelt Ilona.