Bij de behandeling van mensen met een verstandelijke beperking en autisme, moeten vg-artsen en psychiaters beter samenwerken. Hiervoor pleit VG-arts Michiel Vermaak in een artikel op de website van Medisch Contact. Een psychiater mag een patiënt niet op grond van IQ selecteren.
De psychiatrie en de ggz zien steeds meer mensen met een (lichte) verstandelijke beperking. Door wie moeten deze patiënten worden behandeld: door de psychiater? Of door de arts voor verstandelijk gehandicapten (arts VG)? Nu worden deze mensen vaak doorgeschoven naar de langdurige zorg.
Lees hier het volledige artikel
Schotten tussen geldpotjes
Een mooi voorbeeld van goede samenwerking tussen de psychiater en de vg-arts is de combipoli van Sarr Rotterdam. In een gezamenlijk ASS-VB spreekuur zie je zowel de psychiater als de arts VG.
En in februari organiseerde de NVA een presentatie over de zorg voor kinderen en jongeren met autisme en een verstandelijke beperking op het ministerie van VWS. ‘Zorg dat er wél tijdig de juiste hulp is voor deze kinderen’, zo drukten vg-arts Anja Kattentidt-Mouravieva en kinder- en jeugdpsychiater Wietske Ester (van de combipoli) de VWS-ambtenaren op het hart.
Om dit te bereiken is het volgens hen cruciaal dat vg-artsen tijdens hun opleiding meer leren over autisme. En psychiaters meer over mensen met een verstandelijke beperking. En dat de vele schotten tussen de verschillende geldpotjes – bijvoorbeeld tussen die van zorg en onderwijs – worden weggenomen.
Na deze presentatie overhandigden Ester en Kattentidt-Mouravieva het NVA-boek Autisme op de Agenda aan Ingrid Claassen, coördinator praktijkteam van VWS (zie foto).
