De Gezondheidsraad adviseert om het gebruik van psychostimulantia zoals methylfenidaat in het verkeer onder voorwaarden óók toe te staan voor mensen met een autisme-diagnose. ‘De NVA roep de minister op om dit advies over te nemen’, zegt directeur Karol Henke.
Onlangs publiceerde de Gezondheidsraad het rapport Herziening eisen rijgeschiktheid bij gebruik geneesmiddelen. Hierin adviseert de raad minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) om in het verkeer niet langer onderscheid te maken tussen verschillende diagnoses als het gaat om het gebruik (op doktersadvies) van psychostimulantia.
Voor dit onderscheid bestaat namelijk onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing, zo stelt het belangrijke adviesorgaan voor regering en parlement. ‘Om niet lichtvaardig te oordelen over het ontnemen van rijgeschiktheid hanteert de commissie het criterium dat aannemelijk moet zijn dat er wel nadelig effect is op de rijgeschiktheid (in plaats van dat aannemelijk moet zijn dat er geen nadelig effect is)’, aldus de Gezondheidsraad in zijn advies aan de minister.
Methylfenidaat
Van Nieuwenhuizen komt naar verwachting in september met een reactie, zo laat een woordvoerder desgevraagd weten. Doorgaans worden adviezen van de Gezondheidsraad overgenomen. Psychostimulantia – zoals methylfenidaat – hebben een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel.
Op dit moment mogen mensen met (alleen) een autisme-diagnose geen psychostimulantia gebruiken in het verkeer, ook niet als zij veel bijkomende ADHD-symptomen hebben. Dit is wettelijk vastgelegd in de Regeling eisen geschiktheid 2000. Gebruikers met sommige andere diagnoses, zoals ADHD, mogen dit wel – op voorwaarde dat zij geen last (meer) hebben van bijwerkingen die hun rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
DSM5
Veel mensen met autisme hebben ook kenmerken van ADHD. Regelmatig zelfs zoveel dat zij ook in aanmerking komen voor een bijkomende ADHD-diagnose. Tot de komst van de DSM5 in 2013 mochten psychiaters en psychologen echter niet beide diagnoses vaststellen bij één persoon.
‘De NVA roept minister Van Nieuwenhuizen op om het Gezondheidsraad-advies over te nemen’, zegt Karol Henke, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA). ‘Kunnen autorijden is voor veel mensen met autisme namelijk een belangrijke voorwaarde voor een volwaardige deelname aan de maatschappij. Het vergroot bijvoorbeeld hun kansen op de arbeidsmarkt en bevordert sociale contacten.’
Dexamfetamine
Volgens de Gezondheidsraad zouden voortaan de adviezen van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) moeten worden opgevolgd als het gaat om psychostimulantia en rijvaardigheid, ongeacht de indicatie. De KNMP heeft deze middelen ingedeeld in de relatief lichte categorieën 1 en 2 – medicijnen. Gebruikers van middelen uit deze twee categorieën zijn in principe rijgeschikt. Voorwaarde is wel dat zij geen bijwerkingen (meer) ervaren die een gevaar kunnen opleveren in het verkeer.
Bij amfetamine en dexamfetamine moet de gebruiker daarnaast in elk geval drie dagen wachten voordat hij of zij weer deelneemt aan het verkeer. Bovendien is bij deze middelen nog altijd de drugswet van toepassing, los van het advies van de Gezondheidsraad. Het gebruik van amfetamine en dexamfetamine in het verkeer kan worden aangetoond door middel van de nieuwe speekseltest die de verkeerspolitie sinds 2017 gebruikt. De KNMP pleit voor een wetswijziging zodat medicinaal gebruik van amfetamine en dexamfetamine in het verkeer niet langer strafbaar is.
Door onze redacteur Julie Wevers