Welk effect heeft autisme op een liefdesrelatie? Peter (64, autisme-diagnose) en Jolanda (60) uit Zwolle vertellen hun persoonlijke verhaal, speciaal voor Valentijnsdag. ‘Toen ik nog niet wist dat Peter autisme heeft, vond ik het niet fijn dat hij op zijn Valentijns-kaartje altijd ook iets schreef over onze problemen. Nu denk ik: dat is Peter, dat hóórt gewoon bij hem.’
Peter: ‘Op 32-jarige leeftijd schreef ik mij in bij een huwelijksbureau, vergelijkbaar met de huidige datingsites. Tijdens mijn studententijd had ik vooral heel fanatiek gesport en was ik nauwelijks uitgegaan – daardoor had ik nog niemand ontmoet. Op een dag ontving ik via dat bureau een brief van Jolanda.’
Jolanda: ‘Peter sprak mij meteen aan. Hij was net als ik katholiek én hij wilde kinderen. Bovendien had hij gestudeerd, dat vond ik óók leuk.
Eerst spraken wij elkaar een paar keer aan de telefoon en al gauw kwam Peter bij mij langs. Ik had mijzelf opgetut met oorbellen, glimmende trui en hoge hakken. Peter keek erg verbaasd toen ik de deur opende; later zei hij dat ik die dag op een opgetuigde Kerstboom leek. Zelf vond ik zijn Duffelse jas helemaal niks. Toch was het een hele leuke ontmoeting en al gauw hadden wij een relatie.’
(Lees verder onder de foto)
Peter: ‘Of ik verliefd was? Dat vind ik een erg lastig begrip omdat het niet concreet is. Ik heb het voor mezelf vertaald naar: iets voor elkaar over hebben, elkaar helpen en elkaar steunen.’
Jolanda: ‘Toen we nog niet samenwoonden stuurde Peter mij elke dag een kaartje waarop iets liefs stond; dat vond ik heel erg romantisch. Elke ochtend rende ik naar de brievenbus.’
Peter: ‘Met die briefjes wilde ik duidelijk maken dat ik ons contact positief vond. Ik had dat natuurlijk ook over de telefoon kunnen zeggen, maar een briefje vond ik een stuk concreter. Op mijn manier probeerde ik ermee te voldoen aan Jolanda’s verwachtingen. Mensen zonder autisme hebben altijd veel verwachtingen, vaak onbewust. Eén keer per jaar schrijf ik Jolanda nog altijd een kaartje, met Valentijnsdag. Dat leg ik dan op haar hoofdkussen. De boodschap is altijd dat ik blij ben dat wij samen zijn, ondanks onze problemen.’
Jolanda: ‘Toen ik nog niet wist dat Peter autisme heeft, vond ik het niet fijn dat hij op zijn Valentijnskaartje altijd ook iets schreef over onze problemen. Nu denk ik: dat is Peter, dat hóórt gewoon bij hem. Bovendien ben ik mij er nu van bewust dat alleen ‘perfect’ voor mij goed genoeg is, en dat is gewoon niet realistisch.’
Jolanda: ‘Wij hebben veel onbegrip en eenzaamheid achter de rug. En ook veel conflicten. Peter vond vaak dat ik door hem heen praatte, terwijl er in mijn ogen sprake was van een normale dialoog. Dan kregen we altijd woorden, waarna hij zijn verhaal weer helemaal van voren af aan begon. Uiteindelijk ging ik dan maar krampachtig op de bank zitten en probeerde ik helemaal niks meer te zeggen. Dankzij de diagnose gaat het nu gelukkig veel beter. Nu pas begrijp ik dat hij totaal de draad van zijn verhaal kwijtraakt als ik óók begin te praten.’
Jolanda: ‘Opvallend genoeg ging de opvoeding van onze vier kinderen ons wel goed af, dat hebben we echt samen gedaan. Ik was thuis bij de kinderen, heel traditioneel. Maar als Peter na zijn werk thuis kwam kon hij langdurig met de kinderen spelen. Ook hielp hij altijd mee met de kinderen in bad doen en las hij vaak een verhaaltje voor voordat ze gingen slapen.’
Peter: ‘Opvoeden was onze geslaagde gezamenlijke act. De kinderen gaven ons ook veel afleiding. De problemen begonnen pas echt toen zij het huis uit waren.’
Jolanda: ‘Toen ook de jongste vertrok, viel het mij op dat Peter ontzettend vaak boven in zijn studeerkamer zat en ik alleen beneden. Zodra hij zei: “Ik moet even iets nakijken”, wist ik: die ben ik kwijt. Hij was toen nog niet in staat om uit te leggen dat hij alleen moest zijn om bij te komen van alle prikkels van de dag. Ten onrechte dacht ik dat het aan mij lag, dat hij mij gewoon niet leuk genoeg vond. Met het vertrek van de kinderen verdwenen voor mij ook het geknuffel, de fysieke aanraking en de gezelligheid. Toen pas besefte ik hoe alleen ik was. Dat maakte mij erg verdrietig; ik heb in die tijd veel gehuild.’
Peter: ‘Jolanda wilde dat ik een psychologisch onderzoek liet doen. Vier jaar geleden kreeg ik de diagnose autisme.’
Jolanda: ‘Daardoor vielen veel dingen op zijn plaats, dat was fijn. Maar ik voelde ook rouw. Ik begreep dat Peter nooit die romantische man zou worden die hand in hand met mij op de bank gaat zitten en die naar mij verlangt. Nu pas, na vier jaar, begin ik de diagnose echt te accepteren. Ik ben blij dat ik van het gevoel van wanhoop af ben, ook ervaar ik veel minder stress. Als ik wél stress heb, weet ik beter wat ik moet doen: afstand nemen en voelen wat ik mis. Heel af en toe vliegt de situatie mij nog wel eens naar de keel, maar negen van de tien dagen gaat het goed.’
Peter: ‘Ik word niet beter, maar onze relatie wél.’
Jolanda: ‘Nu zeg ik gewoon: Peter, kom even samen een kopje koffie drinken, dan kan je na een half uurtje weer naar boven. Voel ik me weer even gezien en gehoord. Meestal vind ik het nu eigenlijk wel leuk dat we gewoon allebei ons eigen ding doen in huis, terwijl wij wél een beroep op elkaar kunnen doen. Regelmatig ondernemen we ook dingen samen, zoals uit eten gaan en wandelen.’
Peter: ‘Wij willen verder met elkaar, ondanks de verschillen in verwachtingen die er zullen blijven. Wij delen veel en dat schept een band: 34 jaar samenzijn, vier kinderen en twee kleinkinderen.’
Jolanda: ‘Wij zijn heus niet de enige huwelijkspartners met problemen, anders zouden er niet zoveel stellen uit elkaar gaan. Onze relatie heeft ook positieve kanten. Zo leer ik heel veel van Peter. Bijvoorbeeld om dingen niet mooier te maken dan ze zijn. En om mijn wensen duidelijker uit te spreken. Want ook al voelt hij die niet aan, ik mag wél aangeven wat ik nodig heb. Het is vervolgens aan Peter om daar wel of geen gehoor aan te geven.’
Peter is gespreksleider van een NVA-gespreksgroep voor volwassenen met autisme in Zwolle, Jolanda van een NVA-gespreksgroep voor partners. Jolanda is in opleiding tot autisme-coach. Het echtpaar wordt ook geïnterviewd in het programma ‘Het is hier autistisch’ van Filemon Wesselink. Te zien vanaf donderdag 15 februari 2018 om 21.45 uur op NPO 3.
Door onze redacteur Julie Wevers