Scholen ontmoedigen nog altijd de toegang van kinderen en jeugdigen met een beperking. De cultuuromslag die nodig is voor passend onderwijs heeft op veel scholen nog niet plaatsgevonden.
Dit staat in het onlangs verschenen rapport Signaal, Trend- en signaleringsrapportage 2017 van MEE, een vereniging van twintig door het land verspreide organisaties die mensen met een beperking ondersteunen op verschillende levensgebieden. In het rapport staan de belangrijkste knelpunten beschreven op het gebied van participatie.
Als één van de belangrijkste knelpunten noemt MEE de problemen rond thuiszitters. ‘Geen enkele instantie is voor hen verantwoordelijk en zij kunnen geen beroep doen op een voorziening’, zo staat in het rapport. ‘Zij verdwijnen daardoor uit beeld totdat de thuissituatie escaleert.’
Sinds de invoering van passend onderwijs, in 2014, signaleert MEE een groeiend aantal kinderen dat thuiszit, onder wie veel jongeren met autisme die onderwijs nodig hebben op havo/vwo-niveau. Volgens MEE hebben zij regelmatig tegen hun zin een ontheffing van de leerplicht. Het onderwijs dat zij nodig hebben – op havo/vwo-niveau met veel individuele begeleiding – is niet of nauwelijks voorhanden.
Van daadwerkelijk passend onderwijs is volgens MEE nog geen sprake. De cultuuromslag die hiervoor nodig is heeft volgens de organisatie nog niet plaatsgevonden. Scholen zouden kinderen en jeugdigen met een beperking ‘de toegang ontmoedigen’ en onvoldoende rekening houden met hun beperkingen. ‘Ouders worden voor het blok gezet’, aldus het rapport. ‘‘Uw kind moet van school af’ of ‘uw kind is te complex’ wanneer de juiste begeleiding vaak nog niet eens gevonden of ingekocht is.’
Het rapport is ook kritisch over de zorg aan mensen met een beperking. ‘Sinds de transitie in 2015 is het zorglandschap onbegrijpelijker geworden’, zo staat in het rapport. ‘Voor veel mensen is niet duidelijk waar zij moeten zijn voor welke zorg of ondersteuning: bij de gemeente, de zorgverzekeraar of het zorgkantoor?’
Sociale wijkteams in gemeenten beschikken volgens MEE over te weinig kennis over de verschillende aandoeningen om mensen goed van dienst te kunnen zijn. Ook zouden deze wijkteams vaak informatie over burgers delen zonder toestemming en dus in strijd met de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
Het aanvragen van een PGB zou door gemeenten vaak worden ontmoedigd, terwijl het in sommige gevallen juist zou worden opgedrongen omdat een bepaalde vorm van zorg ten onrechte niet is ingekocht. Ook zouden gemeenten te lang wachten met het inzetten van specialistische zorg ‘waardoor mensen met beperkingen te lang moeten aanmodderen of in een latere fase een beroep op zwaardere en duurdere zorg moeten doen.’