Autisme binnen het gezin: broertjes en zusjes, ‘brusjes’
jonge kinderen van 0 tm 3 jaarWanneer een kind in het gezin autisme heeft, kan dit de dynamiek binnen het gezin beïnvloeden. Ouders, broers en zussen kunnen het gevoel hebben zich steeds te moeten aanpassen aan de specifieke behoeften van het kind met autisme. Extra aandacht, zorg en veel geduld zijn nodig om ervoor te zorgen dat iedereen zich begrepen en ondersteund voelt.
Ook wordt van broertjes en zusjes van kinderen met autisme (brusjes) vaak verwacht dat zij ‘verstandig en redelijk zijn’, zelfs als zij jonger zijn. Zij mogen bijvoorbeeld niet boos worden als hun broertje of zusje onredelijk is. Soms zelfs niet als daarbij dierbare spullen kapot worden gemaakt. Dit vraagt heel veel van brusjes en kan uiteindelijk invloed hebben op hun ontwikkeling en psychische gezondheid.
Brusjes
Broers en zussen van kinderen met autisme kunnen heel verschillende ervaringen hebben:
- Sommige broers en zussen kunnen zich juist heel verantwoordelijk voelen voor het zorgen voor hun broer of zus met autisme
- Anderen worstelen juiste met het begrijpen van de gedragingen en communicatiestijl van hun broer of zus.
Aandacht en Balans
Het kan een hele uitdaging zijn om de aandacht evenwichtig te verdelen tussen alle kinderen in het gezin, vooral wanneer er speciale zorg en ondersteuning nodig zijn voor het kind met autisme. Hoe zorg je ervoor dat je voldoende aandacht besteedt aan de behoeften van alle kinderen en tijd vindt om individuele momenten met elk kind door te brengen?
Hieronder vind je enkele tips:
- Het is essentieel dat broers en zussen van kinderen met autisme de kans krijgen om te leren en te begrijpen wat autisme is. Hierin kan psycho-educatie helpen.
- Gezins- en individuele ondersteuning zijn cruciaal. Het kan nuttig zijn om hulpbronnen te zoeken, zoals therapiesessies voor het hele gezin, individuele therapie voor broers en zussen en ondersteuningsgroepen voor gezinnen die met vergelijkbare uitdagingen te maken hebben. Veel ggz-instellingen bieden daarom zogeheten ‘brusjescursussen’ aan. Hierin leren brusjes onder meer wat autisme is en hoe zij in het gezin hun eigen grenzen kunnen bewaken. Ook is het fijn om tijdens zo’n cursus ervaringen uit te kunnen wisselen met anderen. Kijk hiervoor bij de ggz-instelling waar je kind met autisme onder behandeling is of je kunt je aanmelden via het CJG of stichting MEE.
- Je zult lang niet altijd kunnen voorkomen dat je kinderen zonder autisme minder aandacht krijgen dan hun broertje of zusje met autisme. Bespreek dit openlijk met ze. Toon begrip als zij het hier moeilijk mee hebben.
- Geef ook je kinderen zonder autisme regelmatig exclusieve aandacht, door er bijvoorbeeld samen op uit te gaan of samen een spelletje te doen / of te knutselen.
- Gelden er voor je kind met autisme andere regels dan voor de andere kinderen? Leg dan goed uit waarom je hiervoor hebt gekozen.
Via de site van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) vind je een Quickscan met informatie over de ondersteuningsbehoeften van brussen.
Boeken voor brusjes:
- Boek: Mick. Mick is anders, omdat hij autisme heeft
- Teddy heeft autisme en Pien Rode krullen
- Wat jij ziet en wat ik voel