Home Over autisme Levensfases Autisme bij (school)kinderen Dagelijks leven Slapen

Slapen

Kinderen van 4 tot 12 jaar

Veel kinderen met autisme hebben problemen met slapen. Hun eigen gedachten houden hen wakker, ze kunnen moelijker schakelen tussen ‘slapen’ en ‘waken’ of vinden het soms zelfs een beetje eng om in slaap te ‘vallen’. Andere kinderen zijn erg vroeg wakker of juist ware nachtbrakers en slapen niet vóór middernacht.

Als kinderen chronisch te weinig of slecht slapen, heeft dat gevolgen voor hun opgroeien en ontwikkeling. Je ziet het ook in gedrag en concentratie op school. Het is lastig leren als je moe bent, en je reageert eerder geprikkeld of boos. Soms is gedrag dat kan samenhangen met slaapgebrek moeilijk te onderscheiden van gedrag dat kan voortkomen uit autisme. Belangrijk is dus om allereerst het slaapprobleem aan te pakken. Ga niet zelf experimenteren met middeltjes als melatonine. Doe dit alleen op doktersadvies en onder begeleiding. Als deze pilletjes niet in de juiste dosering en op het juiste tijdstip worden genomen, kunnen ze meer kwaad doen dan goed.

Wat kun je wél doen?

Er zijn wat basisdingen die je als ouder in elk geval kunt inzetten om je kind een zo goed mogelijke kans te geven op een goede nachtrust. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je kind geen te drukke activiteiten doet vlak voor het slapengaan. Dus niet sporten of druk rondspringen, maar ook geen huiswerk vlak voor bedtijd.

Bouw de dag rustig af en zorg voor een vast en duidelijk slaapritueel. Bijvoorbeeld: douchen of in bad, tandenpoetsen, boekje voorlezen, nog even zelf lezen en dan slapen.

Verder is het belangrijk dat kinderen geen zware maaltijd eten vlak voordat ze naar bed gaan. Is de bedtijd vroeg? Laat je kind dan heel vroeg avondeten. Als je gewend bent om om zes uur te eten en je kind moet om zeven uur al naar bed, dan heeft zijn lichaam geen tijd om rustig het eten te verwerken.

Laat je kind vooral ’s avonds geen vette snacks eten en geen cola of andere opwekkende drankjes drinken zoals sportdrankjes en energydrink. Pas sowieso op met te veel drinken vlak voor het slapengaan, omdat je kind dan midden in de nacht wakker wordt om te plassen.

Zorg voor een min of meer vaste bedtijd. Dat hoeft niet strikt op de minuut, maar laat de tijden niet te veel schommelen. Als je kind altijd rond half negen gaat slapen, went het lichaam daar op een gegeven moment aan en zal dan ook rond die tijd moe worden. Zorg dat de slaaptijden én opstatijden in het weekend niet te veel afwijken, niet meer dan twee uur later!

Is de kamer slaapproof? Zijn de gordijnen donker genoeg? Is het niet te rommelig? Zijn er geen afleidende lichtjes, geluidjes, apparaten, tv’s, telefoons en tablets die ’s nachts tevoorschijn gehaald kunnen worden? Is het niet te warm of te koud en is er genoeg frisse lucht?

Ligt je kind vaak wakker omdat het piekert? Spreek dan overdag (niet in bed of vlak voor bedtijd) ‘piekertijd’ af. Vijftien minuten ongestoord piekeren en van je afschrijven of tekenen. Is de tijd om? Dan mag je kind stoppen met piekeren en zichzelf rust gunnen.

Meer lezen

Lees hier meer over slaapproblemen bij jonge kinderen tot 4 jaar, en hier over slaapproblemen bij tieners.

Sluiten
Word nu lid!