Opvoeden en de buitenwereld
Kinderen van 4 tot 12 jaarHet opvoeden van een kind met autisme vraagt veel van ouders. In het begin zal je mogelijk nog erg onzeker zijn over de opvoeding. Misschien vraag je je bijvoorbeeld af of je je kind te streng aanpakt. Of juist te veel verwent. Dat is heel normaal. Want zelfs als je misschien intuïtief wel aanvoelt wat je kind nodig heeft, heb je vaak óók nog te maken met verwachtingen uit je omgeving en met de ervaringen van je eigen opvoeding.
Naast het vergaren van algemene kennis over autisme is het heel belangrijk om goed naar je eigen kind te kijken. Autisme uit zich bij iedere persoon weer anders. Onderzoek wat jouw kind nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen.
Laat je vooral niet gek maken door ‘hoe het eigenlijk hoort’ of door opmerkingen van mensen om je heen. Mensen zonder ervaring met autisme hebben vaak geen idee hoe het is om een kind met autisme op te voeden. Zoek vooral naar de aanpak die werkt voor jou en je gezin. Respecteer – en verdedig zo nodig – de grenzen die daarbij horen.
Meer opvoedtips voor ouders van kinderen met (een vermoeden van) autisme (bijvoorbeeld over het geven van structuur en grenzen) vind je hier op de website van de NVA.