Marianne Geboers
prikkelportrettenMarianne Geboers (57) woont in Den Haag met haar kat Yiska. Ze is schrijver van het boek Autisme in kaart en als ervaringsdeskundige betrokken bij het onderzoeksproject Sensatie van een Goed Leven, een platform over prikkels voor mensen met autisme en een verstandelijke beperking. Tien jaar geleden kreeg ze de diagnose autisme.
‘Ik heb vooral last van geluid. De Albert Heijn heeft bijvoorbeeld van die winkelmandjes met wieltjes, met zo’n hoog piepgeluid. Daar raak ik gestrest van, waardoor andere geluiden, zoals pingende kassa’s, de flessenautomaat, brommende koelingen of schreeuwende kinderen extra hard binnenkomen. Dit kan zo erg zijn dat ik mijn ‘normale’ sociale vaardigheden verlies. Ik kijk dan mensen niet meer aan, word prikkelbaar en reageer laat – of niet – op vragen van de caissière. Ik kies meestal voor een andere winkel of ik doe boodschappen als ik uitgerust ben: dan kan ik meer prikkels verdragen.
Thuis kan ik ook last hebben van geluid, bijvoorbeeld als de buren stofzuigen. Dan ga ik weg, de natuur in of ik zet muziek op en draag een koptelefoon met noise cancelling. Meestal is dat voldoende, maar als dat niet helpt ga ik zelf lawaai maken door bijvoorbeeld met een machine aan een beeld te werken, dan heb ik controle over het lawaai en kan ik er beter tegen.
Soms heb ik last van onderprikkeling, bijvoorbeeld als ik een collage op de computer maak. Daar kan ik helemaal in opgaan en de hele dag in de kou zitten, niet eten en uren achter elkaar doorwerken in dezelfde houding. Wat mij dan helpt is een niet-tikkende keukenwekker ver weg te zetten, zodat ik wel van mijn bureau moet opstaan om ’m uit te zetten. Die onderbreking is voldoende om weer te voelen en te bedenken of ik moet stoppen of nog door wil gaan.
Verstand op nul, blik op oneindig
Voor mij zijn uren van ‘verstand op nul, blik op oneindig’ echt noodzaak. Dan ga ik op de bank zitten en dvd’s kijken die ik al tien keer heb gezien, met Yiska op schoot. Van twee uur (na boodschappen doen) tot twee dagen (na een druk feest of andere ‘zware’ sociale inspanning). Wat bij mij ook goed helpt, is de wereld weer klein maken, door op pad te gaan met mijn camera en details te fotograferen zoals insecten, mossen of patronen. Door letterlijk helemaal in te zoomen, verdwijnt geleidelijk de andere ruis en word ik weer rustig.’