Home Over autisme Levensfases Autisme bij pubers Dagelijks leven Slapen

Slapen

Kinderen van 12 tot en met 17 jaar

Tieners die slecht slapen, kunnen zich slechter concentreren, slaan informatie minder goed op en krijgen hun taken niet af. Ook raken ze eerder overprikkeld en komen ze vaker te laat. Ongeveer een kwart van alle kinderen en volwassenen heeft last van slaapproblemen, waardoor zij overdag minder goed functioneren. Maar bij kinderen en volwassenen met autisme ligt dat percentage tussen de veertig en tachtig procent! Slaapproblemen zorgen ervoor dat je je overdag sneller gestrest, overprikkeld, somber en geïrriteerd voelt en minder goed presteert. Tegelijkertijd kunnen stress en overprikkeling ook juist een slechte nachtrust veroorzaken.

Bij slaapproblemen gaat het bijvoorbeeld om slapeloosheid, niet kunnen inslapen, een verkorte nachtrust, moeilijk doorslapen en een onregelmatig slaap-waakritme. Slaapproblemen en slaaptekort leiden vaak tot vervelende klachten overdag, zoals vermoeidheid, snel geïrriteerd zijn, stress- en angstgevoelens, depressies, agressie, concentratieproblemen, een minder goed functionerend geheugen en verminderde productiviteit. Effectieve behandeling van slaapproblemen zal dus doorwerken in het algehele functioneren.

Uit wetenschappelijk onderzoek naar slaapproblemen bij mensen met autisme weten we dat slaapproblemen samengaan met meer stress- en angstklachten, overprikkeld voelen, dwangmatig gedrag en meer sociale problemen. Wat daarbij oorzaken en gevolgen zijn, weten we nog niet goed. Om daar meer inzicht in te krijgen is langduriger onderzoek nodig, waarbij wordt gekeken naar wat er gebeurt voorafgaand aan en na afloop van een slechte nachtrust. Daarbij zouden verschillende factoren in kaart gebracht moeten worden, die hierin mogelijk een rol hebben. Zo kunnen stress op school of een verstoord ritueel rond bedtijd zorgen voor angst en stress, en vervolgens voor slechter slapen. Tegelijkertijd kan een slechte nachtrust doorwerken op het functioneren de dag erna, zoals slechte concentratie en minder goed informatie kunnen verwerken. Ook het autisme kan hierin een rol spelen; een verstoord slaap-waakritme kan bijvoorbeeld een gevolg zijn van overgevoeligheid voor licht en sociale prikkels, waardoor iemand liever overdag slaapt en in de avond en nacht actief wordt.

Wat je zelf kunt doen: slaaphygiëne

Onder slaaphygiëne vallen alle dingen die je kunt doen (in je omgeving of in je gedrag) om het slapen te bevorderen. Bijvoorbeeld: de slaapkamer donker genoeg maken, niet tv-kijken of werken op de slaapkamer, de kamer niet te warm en niet te koud houden, zelf niet heel actieve dingen doen voordat je gaat slapen, een vaste bedtijd en opstatijd aanhouden en geen zware maaltijden nuttigen vlak voor het slapengaan.

Meer lezen

Opvallend veel problemen gaan hand in hand met een gebrek aan goede nachtrust. Meer over het belang van slapen lees je in dit artikel van het NAR.

Sluiten
Word nu lid!