Studeren met autisme
Een opleiding volgen die bij je pastIn het HBO kom ik mijn autisme sterker tegen dan op de universiteit. Mijn sterke kanten, zoals geheel in één ding op kunnen gaan en uiterst nauwkeurig te werk kunnen gaan, zitten me nu in de weg, terwijl ik denk er tijdens mijn toekomstige werk juist veel aan te zullen hebben
Het succesvol afronden van een opleiding is niet altijd eenvoudig. De juiste vooropleiding, een goede intelligentie en een flinke dosis motivatie vormen lang niet altijd een garantie voor succes, zo ervaren veel jongeren met autisme. Want er komt nog veel meer kijken bij een studie, zoals contact met medestudenten en docenten, plannen & organiseren en stages. Deze ‘bijzaken’ kunnen voor jongeren met autisme een grote struikelblok vormen. Relatief veel van hen verlaten voortijdig hun opleiding en dat is doodzonde. Want zonder diploma wordt het heel moeilijk om werk te vinden. En dus ook om je talenten tot hun recht te laten komen.
Een goed begin is het halve werk. Neem vooraf ruim de tijd om een goed beeld te krijgen van een opleiding en van welke beroepen je er na afloopt mee kunt gaan uitoefenen. Oriënteer je zo vroeg mogelijk op vervolgopleidingen; liefst ruim voordat het drukke examenjaar van je middelbare school begint. Bezoek open dagen en meeloopdagen, doe een beroepsoriëntatietest en praat met zoveel mogelijk mensen over hun beroep en/of studiekeuze.
Tips van ervaringsdeskundigen
In Autisme Magazine 3 2021 staat een artikel over studeren, met veel tips voor studenten, docenten en ouders. Sylvia Stuurman, docent informatica aan de Open Universiteit, vertelt bijvoorbeeld over haar ervaringen met studenten met autisme, en hoe zij zelf haar studie heeft ervaren als student met autisme. Ook komen er een aantal (ex)studenten aan het woord.
Op deze plek lees je de interviews met Irene en Sabine, eveneens twee (ex)studenten met autisme die over hun ervaringen vertellen en tips geven. Irene (38) studeerde Frans aan de universiteit en kreeg haar diagnose voor de studie. Nu geeft ze Franse les, werkt ze bij een zuivelfabriek en is ze vrijwilliger bij de Informatie en Advieslijn van de NVA. Ze was meteen open over haar autisme tegen haar decaan en studieadviseurs, maar pas wat later tegen haar medestudenten. Irene had veel positieve ervaringen tijdens haar studie. ,,Mijn tentamens gingen goed. En ik heb leuke stages in het buitenland gehad. Het leven in een studentenhuis beviel me goed; ik had wel geluk dat een van mijn huisgenoten een vriend had met autisme”, vertelt ze.
Toch liep ze tegen een aantal zaken aan. Irene: ,,Voornamelijk tegen stigma’s over autisme, bij medestudenten en bij sommige studiebegeleiders. Eén studieadviseur kan ik achteraf wel schieten: ik gaf heel duidelijk aan wat ik nodig had om goed te kunnen studeren: tentamens in aparte ruimtes en wat extra tijd. De studieadviseur zei dat hij niets aan mij zag, dus ik kreeg niets. Naast slechte ervaringen heb ik ook goede ervaringen met een decaan en een stagebegeleider: zij luisterden goed en begrepen wat ik nodig had. Ik heb ook een jaar een maatje gehad, en een tijdje psychologische hulp. Mijn moeder kwam af en toe schoonmaken, als mijn hoofd vol zat”, vertelt Irene.
Tips van Irene
- Bouw een netwerk op.
- Zoek een maatje.
- Zoek mensen met gezamenlijke interesses (bijvoorbeeld een studievereniging of sportvereniging).
- Vraag je decaan om hulp.
- Zoek begeleiders met wie je een klik hebt.
- Geef je behoeftes duidelijk aan en neem contact op met een studentenpsycholoog als je vastloopt.
Sabine Jaegers (21) studeert bestuurskunde aan de universiteit en woont op kamers. Ze vindt het moeilijk om samen te werken en heeft moeite met brede opdrachten, opdrachten waarbij executieve functies nodig zijn. ,,Ik kan de context moeilijk inschatten. Hoe diep moet ik ergens op in gaan? Moet ik ergens op focussen of links laten liggen?”, vertelt ze. De docenten zijn vaak niet zo inlevend, is haar ervaring. ,,Er is minder begrip en ondersteuning dan op het middelbaar onderwijs, ook vanuit je eigen omgeving. De verwachtingen worden hoger; men gaat ervan uit dat je nu wel alles zelfstandig kunt.”
Sinds ze bij de decaan aan de bel trok, hoeft ze minder samenwerkingsopdrachten te doen. Sabine: ,,Aan de paar die ik wél moet doen, kan ik dan extra aandacht besteden. Ik krijg ook wat extra feedbackmomenten bij onderzoeken, verslagen en papers zodat ik weet dat ik op de goede weg zit. lk vind hulp voor studenten zó belangrijk dat ik me wil gaan inzetten om autisme beter te representeren en om begrip te creëren. Dat moet er eigenlijk eerst zijn voordat je hulp kunt aanbieden. Ik wil een bedrijf opzetten voor studiehulp voor neurodiverse studenten, om te ondersteunen bij executieve functies. Zeg maar een autisme-ambassadeur voor studenten. Dat is heel erg nodig op het hbo en de universiteit.”
Tips van Sabine
- Meld direct als je gaat studeren bij je decaan dat je autisme hebt, want dan kun je extra hulp krijgen.
- Stel niet te hoge verwachtingen aan jezelf. Het is oké als niet alles direct lukt: én studeren én een nieuwe omgeving én je eigen huishouden én nieuwe sociale contacten én huiswerk.
- Wees open met je docenten en met je medestudenten. Het lukt mij soms niet een heel college lang te luisteren en dan loop ik wat eerder weg. Het is dan goed dat de docent weet dat dat niet uit desinteresse is. Als je het niet durft te zeggen, mail het dan of zeg het via een vertrouwenspersoon.